KEES 4 ARTS
Sind Sie jüdisch?
Kees Boer nov 2011
‘Hanne, wanneer ben ik ingestort?’ ‘5 juni 1989 om 5 uur ‘s morgens’ klonk het van boven.
Hanne, zijn vrouw, weet nog exact wanneer Peter R. Hein de terugslag kreeg van de
verschrikking van de tweede wereld oorlog waarin hij als joods jongetje van zes jaar in 12
onderduikgezinnen rouleerde. Hij heeft er op 65 jarige leeftijd onder de schuilnaam Shlomo
P. Levi het boekje ‘het zesde jaar’ over geschreven. De periode voordat hij naar de lagere
school ging is meer bepalend geweest voor de tweede dan voor de eerst helft van zijn leven.
Van gynaecoloog wetenschapper werd hij beeldend kunstenaar en schrijver. Het creatieve
kreeg hij mee van zijn vader die meubelmaker was en thuis schilderde. Voor de oorlog was
hij met zijn vrouw gevlucht uit Nazi-Duitsland en werd Peter in 1939 in Den Haag geboren.
In september 1940 verhuisde het gezin op bevel van de bezetter van Den Haag naar het
midden van het land. Als één van de laatste joodse gezinnen van Utrecht doken ze pas in
1943 onder. Peter kwam bij de verloofde van een kennis terecht. Voor diens ouders was dat
acceptabel, omdat de verloofde zelf naar de Arbeidseinsatz moest en er dus nog wel een
plek was in het gezin. Voor Peter was het de eerste van een reeks keren in de volgende
twee jaar, dat hij in de steek werd gelaten en ontworteld raakte. Na de bevrijding, toen hij
werd herenigd met zijn ouders, die het ook overleefden, bleek hij volledig van hen
vervreemd. Hij ervoer dit als weer een nieuwe onderduik. Over de onderduik van zijn
ouders die zwaar getraumatiseerd terug kwamen schrijft hij nu een boek.*
Totdat hij instortte heeft Peter naar zijn gevoel weinig last gehad van de oorlog. Hij kon de
lagere school probleemloos doorlopen, had vriendjes waarmee hij normaal speelde, al was
zijn grootste hobby om hutten te bouwen waarin hij zich kon verschuilen. Hij had veel
aandacht voor de natuur, zwierf ook in de vrieskou dagenlang in het toen nog niet
bebouwde gebied rond Zuilen. Op de lagere school werd hij eerder met enig ontzag dan
gekscherend de professor genoemd, omdat hij erg veel van het dierenrijk wist. Hij was in
1953, op 14-jarige leeftijd de derde persoon in heel Utrecht die een zee-aquarium had. Hij
zou dan ook zeker maritiem bioloog zijn geworden, wanneer zijn biologieleraar hem niet
vlak voor het eindexamen de toekomst van een bioloog schetste: je komt voor de klas - en
dat is niet zo leuk - of je wordt perenveredelaar of je werkt in een waterleidingbedrijf. Dus
dan maar gekozen voor de studie Geneeskunde.
Tijdens zijn allereerste stage waarin hij als jong studentje een weekje mocht meelopen op
de verloskamers was hij verkocht voor de verloskunde. Toch was hij bijna neuroloog
geworden omdat hij er aan twijfelde of hij, met zijn neiging om veel te hard te werken, wel
moest kiezen voor zo’n zwaar vak. Ondanks de woede van de hoogleraar neurologie, die dat
nog niet eerder had meegemaakt, liet hij op het laatste moment weten, dat hij niet ‘voor
hem’, maar voor de gynaecologie koos. Voordat hij met zijn opleiding begon, maar nadat hij
in Nederland nog zijn Amerikaanse artsdiploma had gehaald, was hij nog als scheepsarts op
de Holland Amerikalijn naar Vancouver en terug gevaren. Hij heeft er in 2007 een hier en
daar hilarisch boekje over geschreven,
dat in schril contrast staat tot ‘het
zesde jaar’ dat in 2005 verscheen.
Ook heeft hij direct aansluitend aan
de zeevaart in 1967 een half jaar als
huisarts gewerkt in Noordwest Israël
waar hij 3 dagen na het beëindigen
van de zesdaagse oorlog aankwam.
Verhalen voor nog te schrijven
boeken liggen dus voor het oprapen.
Torso
Nog niet in opleiding kon hij in het Lucas Ziekenhuis in Amsterdam als arts aan het werk op
de afdeling verloskunde en meedoen aan onderzoek met een nieuwe techniek, het meten
van de druk in de baarmoeder. Daarmee werd hij een aantrekkelijk persoon voor
academische ziekenhuizen om in opleiding te nemen. Hij besloot naar de VU te gaan, waar
hij naast zijn opleiding ook onderzoeksfaciliteiten kreeg. Hij heeft Hanne daar als
onderzoeksverpleegkundige aangenomen en is later met haar getrouwd. Peter promoveerde
op de werking van hormonen op de druk in de baarmoeder en kon na zijn opleiding als
specialist-wetenschapper in Nijmegen terecht bij zijn vroegere baas uit het Lucas
Ziekenhuis, die inmiddels hoogleraar in Nijmegen was geworden. Hij kon daar onderzoek
doen met apen, onder andere met het (anticonceptie-)‘pil-implantaat’ en naast zijn
klinische werk onderzoekers begeleiden. Het onderzoek leidde er onder meer toe dat hij bij
de Wereldgezondheidsorganisatie in een steering committee (adviesgroep) werd gevraagd
waarmee hij onder andere heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het hormoon
bevattende spiraaltje, net als het ‘ pil implantaat’ een wereldwijd succesvol toegepast
anticonceptivum.. Voordat het zover was moesten soms heel basale maar ontbrekende
gegevens worden verkregen als ‘hoeveel bloedverlies is er bij een menstruatie’, ‘hoe snel
wordt de baarmoeder weer kleiner na de bevalling’, etc. Dit deed een beroep op de
creativiteit van Peter waarvoor hij het zeer veelzijdige specialisme ook gekozen had. Toch
kwam daar abrupt een einde aan toen de tweede wereldoorlog weer begon te woeden in
zijn hoofd.
Naast Hanne en zijn drie kinderen hebben ook zijn hobby’s hem door die tijd heen geholpen
die nog werd gecompliceerd door de financiële terugslag, waardoor hij failliet ging en zijn
huis moest verkopen. Voor de later zeer goed geslaagde muzikale ontwikkeling van zijn
kinderen ging hij blokfluit spelen en zoals met al zijn hobby’s fanatiek en verdienstelijk.
Vanaf 1974, vlak voordat hij in Nijmegen was begonnen, is hij min of meer toevallig gaan
schilderen, gestimuleerd door een vriend. Op de middelbare school tekende hij wel al veel
maar zijn tekenleraar was als verwoed amateursterrenkundige in de klas meer bezig met
het polijsten van telescoopspiegels dan met het herkennen en bevorderen van talent.
Hoewel Peter met zijn schilderijen wel meteen al aandacht trok van zijn omgeving, kon
exposeren en een soort prijs in de wacht sleepte van een farmaceutische fabriek en nog een
van verffabrikant Talens, vond Peter dat hij niet goed genoeg kon schilderen om daar mee
door te gaan. Hij woonde vlak bij de grote
rivieren en schetste met de vriend landschappen
om thuis te gebruiken voor schilderijen, maar
liep ook vaak te jutten. Door het water mooi
geslepen hout werd thuis omgevormd tot
driedimensionale objecten en dit leidde
uiteindelijk tot zijn huidige passie: het maken
van bronzen beelden. Vanaf zijn start in het UMC
St Radboud woonde het gezin de eerste 5 jaar in
een deel van kasteel Heijen; “Wie wil er nu niet
een deel van zijn leven in een kasteel wonen”.
De verhuurder was een bekend beeldhouwer die
ook bronzen maakte en die hem inwijdde in de
beeldhouwkunst. Het schilderen werd
langzamerhand stopgezet, maar met het
ontwerpen en vervaardigen van bronzen beelden
zou Peter niet stoppen.
Ik heb je vast
Thema’s volgen elkaar op. Eerst was het werk vrij statisch: op zijn website
(www.peterhein.nl) spreekt hij over ‘Krijgers worden Wachters, Wachters worden
Edellieden’. Later waren het constructies met wielen, ladders en steigers. En nu is hij vooral
gegrepen door menselijke interacties en het menselijk tekort. Hij probeert die te vatten in
figuren die door hun lange vormen de mogelijkheid bieden de bedoelde emotie te
versterken. Ze zijn in gevecht met elkaar of helpen elkaar juist, ze verkeren, hangend aan
elkaar of aan wanden in
levensgevaar. De titels van
zijn beelden zijn vaak
humoristisch en verhullen,
voor hen die niet goed kijken,
de nogal eens dramatische
kant van het beeld. Wat te
denken van een mummie in
een bananenblad?
Overtocht
Ook een terugblik op
landschappen, geschilderd in een periode dat de traumatische ervaringen van de oorlog
sterk opspeelden, verraden meer somberheid dan Peter bij zichzelf vermoedde. In zijn
leven als kunstenaar op het Friese platte land heeft hij veel kunnen exposeren. Nu slaat hij
zelfs wel eens een expositieaanbod af teneinde rustig nieuwe artistieke wegen te kunnen
inslaan in zijn beeldend werk. Er van leven kan hij niet. De inkomsten gaan in een kunstpot
waarmee de dure bronzen worden voorgefinancierd en soms experimenten worden
bekostigd. Hij wisselt de beeldende kunst af met schrijven, veel schrijven. Het schrijven is
wel de meest intense vorm waarin hij het verleden verwerkt. Samen met Hanne tracht hij
het verleden te reconstrueren. In de tijd dat hij als gynaecoloog eens een congres in Berlijn
bezocht en zijn kamergenoot free tax whisky dronk, was hij hele avonden aan het bellen
met de vele Berlijnse Heinen in de hoop familie te vinden: ‘Sind Sie jüdisch?’ ‘Oh, Gott,
nein’ was vaak het geschrokken en ontluisterende antwoord.
* in 2014 is dit boek verschenen:
Van de website van Peter (www.peterhein.nl):
"De Onderduikers" (Meulenhoff Boekerij).
Eerste druk: januari 2014
Tweede druk: maart 2014.
Het is het verhaal van de onderduik van mijn ouders.
Uit nazi-Duitsland gevlucht, worden ze in Nederland
ingehaald door de oorlog.
Na hun ervaringen in Duitsland en naar aanleiding van foto’s
van massagraven van Joden in het Oosten, die mijn vader al
in begin 1942 onder ogen kreeg, was er maar één optie:
onderduiken.
Mijn vader kende de Duitse mentaliteit en bureaucratie.
Zevenmaal durfde hij een oproep van de Gestapo voor
deportatie te negeren. Hoog spel, dat bijna anderhalf jaar
respijt opleverde.
Er volgde één lange zwerftocht langs twaalf
onderduikadressen. Meer dan twee jaar op de vlucht. Ze sprongen uit ramen, klommen van
balkons en zwierven half gekleed, blootsvoets, in de sneeuw door de bossen.
Maar ook de andere kant: verveling, de angst om mij (ik zat elders ondergedoken),
conflicten tussen te veel mensen, vreemden voor elkaar, met verschillende karakters,
opgesloten in te kleine ruimten en te lang tot elkaar veroordeeld.
Al schrijvend stuitte ik op de beschuldiging, dat mijn ouders een ander Joods gezin verraden
zouden hebben, met deportatie en dood van vier personen in Auschwitz, Neuengamme en
Dachau tot gevolg.
Zelf herhaaldelijk verraden en nu zelf verraders? Mijn onderzoek daarnaar leverde
onverwachte inzichten op.
de autodidact: peter hein
contact: info@kees4arts.nl